Tijdens onze reis in Myanmar, besloten wij Bagan met de fiets te verkennen. We namen de tijd om het gebied goed te verkennen en de cultuur tot ons te nemen. In afgelegen stuk land stond een witte, niet al te grote tempel en besloten hier even van onze fiets te stappen. Met onze schoenen bij de fiets gelaten, liepen we om de witte stupa heen en zagen dat deze geclaimed was door heel veel duiven. Achter de stupa was een waterbasin waar twee meisjes water uit stonden te scheppen en – in twee jerrycans aan het uiteinde van een stok – op hun schouders meenamen naar hun dorp(je). Zenuwachtig en giechelend riepen ze naar de bewoner van die plek. Eén van de twee monniken kwam ons begroeten bij het waterbasin en legde uit dat hij hier woonde met een andere monnik.
We raakten aan de praat en voordat Alex er zelf erg in had vroeg hij of we de monastery mochten zien waar zij woonden.
Iets gaf me het gevoel dat je jezelf niet mag uitnodigen bij monniken, maar de man was te beleefd om te weigeren. We kwamen bij het eerste gebouw aan wat de woning van de andere monnik was (geweest). Hij sprak geen Engels, dus onze vriendelijke monnik werd automatisch vertaler. Ze vertelden over het bouwwerk, hoe het elke keer meer beschadigd raakt bij heftige regenval, de oude schilderingen en renovaties. Wij vertelden over de route van onze reis die we zover al hadden afgelegd over de wereld.
We kregen ook de monastery van onze Engelstalige monnik te zien, deze was al gerenoveerd. Hij had solar panelen met een batterij voor de verlichting en ventilatoren. Hij liet ons zijn Samsung zien met toegang tot internet. De geheime boekkamer in het gebouw was omgebouwd tot slaapkamer. Hij had de kaart van Myanmar en de wereld in zijn “woonkamer” hangen en liet ons trots zijn Delfsblauwe molenspaarpot zien. Een souvenir gekregen van een vriend.
Hij sprak over de veranderingen van Myanmar en Bagan. De mensen in Bagan zijn zo arm (veel werkloosheid) dat ze er alles aan doen om geld te verdienen. En dat is voornamelijk in toerisme. Daarom zien we zoveel zandschilderij verkopers bij populaire pagoda’s. Wegwerkers (de meisjes bij het waterbasin) verdienen 2 USD per dag. Boeren maar 1 USD. Helaas kregen konden de wegwerkers vandaag niet werken vanwege de regen van gister. De bodem is nu te nat. Geen geld vandaag.
Bagan en Myanmar hebben de toeristen nodig om te bestaan, maar de sterke groei van het toeristenaantal maakt hem ook zorgen. Hierdoor zal de spirit van de Birmezen ook veranderen.
In 2015 zijn de verkiezingen van de regering en hij hoopt dat Aung San Yu deze zal winnen. Veel buitenlandse bedrijven staan voor de deur hierop te wachten, maar durven nu (nog) niet in Myanmar te investeren. Als zij aan de macht komt, dan zullen de investeerders komen.